Klachtenregeling onderwijs Leerhuis ZHZ U.A.

Klachtenregeling zoals benoemd in artikel 20 van de Algemene Voorwaarden Leerhuis ZHZ U.A.

Klachten kunnen conform de in deze klachtenregeling beschreven procedure worden gestuurd naar:

Leerhuis ZHZ U.A.
Tav het bestuur
Spuiboulevard 234
3311GR Dordrecht

Artikel 1. Begrippen
* Opdrachtgever:
Ieder die deelneemt of heeft deelgenomen aan onderwijs van Leerhuis ZHZ of zich daarvoor heeft ingeschreven conform de algemene voorwaarden.

* Klachtencommissie:
De klachtencommissie van Leerhuis ZHZ U.A..

* Het bestuur
Het bestuur van Leerhuis ZHZ U.A.

*Onderwijs;
Opleidingen, cursussen, trainingen, supervisie en leertherapie zoals in overeenkomst afgenomen bij Leerhuis ZHZ U.A.

*Docent
De persoon die namens Leerhuis ZHZ (onderdelen van) onderwijs uitvoert.

*Klacht
Iedere schriftelijke uiting van onvrede over onderwijs gericht aan de “klachtencommissie” met het verzoek om een onderzoek in te stellen en een oordeel te vellen.

*Klager
Degene die een schriftelijke klacht bij de Klachtencommissie heeft ingediend.

*Oordeel
Het advies van de klachtencommissie aan het bestuur van Leerhuis ZHZ U.A.

Artikel 2. Ontvankelijkheid
1 Klachten dienen in eerste aanleg besproken te worden met de namens Leerhuis ZHZ betrokken docent tegen wie de klacht is gericht. Pas als er uit dat contact geen voor beide partijen passende oplossing is gevonden kan een klacht worden ingediend bij het bestuur van Leerhuis ZHZ U.A.

2. De opdrachtgever kan tot 3 maanden na het voordoen van het incident waar de klacht betrekking op heeft, een klacht schriftelijk indienen bij het bestuur van Leerhuis ZHZ U.A.

3. Het bestuur kan beslissen dat een klacht die wordt ingediend na de in het eerste
lid genoemde termijn, toch in behandeling wordt genomen, indien, naar het oordeel van de
commissie, van de klager redelijkerwijs niet kon worden gevraagd dat hij zijn klacht eerder
indiende.

3. Klachten worden vertrouwelijk behandeld.

4. De geregistreerde klachten worden voor een periode van 5 jaren bewaard.

Artikel 3. Samenstelling van de Klachtencommissie
De klachtencommissie, per klacht benoemd door het bestuur van Leerhuis ZHZ U.A., bestaat uit twee een docenten van Leerhuis ZHZ die niet betrokken zijn bij het onderwijs waarover de klacht is ingediend. Zij onderzoekt de klacht die is ingediend volgens de in artikel 5 beschreven klachtenprocedure.
Het bestuur heeft het recht een niet bij Leerhuis ZHZ betrokken persoon te benoemen in de klachtencommissie indien zij vermoedt dat de betrokkenheid van alle Leerhuis ZHZ docenten te groot is om van de klachtencommissie een onafhankelijke oordeel te verwachten.

Artikel 4. Taak van de Klachtencommissie
De klachtencommissie heeft de taak om bij haar ingediende klachten te onderzoeken en daarover een oordeel te geven. Dit oordeel heeft de vorm van een advies aan het bestuur.

Artikel 5. Klachtenprocedure
1. Nadat de klacht is ingediend krijgt de klager binnen 5 werkdagen van het bestuur een bericht dat haar/zijn klacht bij Leerhuis ZHZ is ontvangen.
2. Het bestuur onderzoekt de ontvankelijkheid van de klacht. Is de klacht niet
ontvankelijk dan laat hij dit schriftelijk en gemotiveerd aan de klager weten.
3. Is de klacht wel ontvankelijk dan wordt binnen 10 werkdagen de klachtencommissie ingesteld.
4. De klachtencommissie zal de persoon die de betrokken docent binnen 5 werkdagen na haar installatie door het bestuur een afschrift van de klachten doen ontvangen en vragen binnen 10 werkdagen een schriftelijke reactie op de klacht te geven.
4. De klachtencommissie zendt een afschrift van die reactie aan de klager.
5. De klachtencommissie vergadert binnen twee weken na het ontvangen van het verweer van de docent en velt haar oordeel.
6. Is het naar bevinden van de klachtencommissie niet mogelijk op basis van de klacht en de
reactie van de betrokken opleider (art 5, lid 3) zich een oordeel te vormen, dan hoort de commissie de klager en de betrokken opleider in elkaars aanwezigheid om daarna binnen 5 werkdagen haar oordeel te vellen.

Artikel 6. Het oordeel van de Klachtencommissie en beroepsmogelijkheid
1. Het oordeel van klachtencommissie heeft het karakter van een schriftelijk advies aan het bestuur. In dit advies worden alle onderdelen van de klacht besproken en wordt het bestuur geadviseerd over afhandeling van de klacht.
2. De klachtencommissie zendt een afschrift van haar oordeel aan het bestuur, de klager en de docent van Leerhuis ZHZ U.A.
3. Indien het oordeel niet naar tevredenheid is van de klager of de docent is er een beroepsmogelijkheid bij een onafhankelijke derde die niet werkzaam is Leerhuis ZHZ. Deze onafhankelijke derde partij betreft de heer J. Baars uit Den Dolder.
4. Beroep moet binnen 28 dagen na het oordeel van de klachtencommissie worden aangetekend bij het bestuur. Beroep wordt door haar altijd gehonoreerd en binnen twee weken voorgelegd aan de heer Baars.
5. De heer Baars doet binnen 6 weken uitspraak op grond van een door hem passend geacht onderzoek waarbij hij zowel de klager als de docent heeft gehoord. Hij deelt haar uitspraak over de klacht schriftelijk mee aan de klager, de docent en het bestuur. Zijn uitspraak is bindend voor de betrokkenen en het bestuur. Het is aan het bestuur daar naar haar oordeel passende consequenties aan te verbinden.

Artikel 7. Reactie bestuur
1. Uiterlijk twee weken na ontvangst van de uitspraak maakt het
bestuur zijn schriftelijke reactie op de uit van de klachtencommissie bekend. Deze
reactie is bindend voor alle partijen, tenzij er gebruik gemaakt wordt van de beroepsmogelijkheid.
2. Het bestuur zendt haar reactie binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak
aan de klager en de betrokken docent.
3. Verlenging van deze termijn is met maximaal twee weken mogelijk. Deze verlenging wordt
eveneens schriftelijk bekend gemaakt aan de klager en de betrokken docent.
3. Het bestuur neemt een beslissing bij meerderheid van stemmen over het oordeel van de klachtencommissie.
4. Indien een bestuurslid of bestuursleden vanuit een rol als docent betrokken is/zijn bij de klacht wordt door die perso(o)n(en) niet deel genomen aan de bespreking en de stemming in het bestuur over het wel of niet overnemen van het advies van de klachtencommissie.
5. In geval van beroepsmogelijkheid zal het bestuur, na ontvangst van de bindende uitspraak van de
onafhankelijke derde, deze zowel aan klager als betrokken docent versturen. Alle consequenties die naar oordeel van het bestuur uit deze bindende uitspraak voortkomen worden eveneens schriftelijk vastgelegd en zowel aan klager als betrokken docent verstuurd.